Kernhem hoort


Betekenis ‘horen’ (van Dale)

Ho . ren (hoorde, heeft gehoord)

  1. gehoor hebben, niet doof zijn
  2. met het oor waarnemen
  3. gehoorzamen, naar raad luisteren
  4. te weten komen;vernemen

Horen is één, maar wij willen ook ‘luisteren’. Dat is ‘oplettend naar iets horen met de bedoeling om het gesprokene te begrijpen’ (van Dale).

AJ5A6821_ingesprek